Dit wordt onze laatste busuitstap voor 2022 en we verwachten dat dit een zeer mooie afsluiting van ons werkjaar gaat worden.
Het vertrek is zoals steeds aan parking De Wal in Hamont, alleen het vertrekuur is totaal afwijkend van onze andere busuitstappen.
We vertrekken om 13:00u en de terugreis wordt aangevat in Gent om 21:30u.
De Florastappers in Gent hebben 3 verschillende afstanden voorzien: 6 – 9 -12 km.
De start wordt gegeven aan de Odisee Technologiecampus en welke afstand je ook kiest, je passeert altijd langs de Winterfeesten.
En naast de klassieke toeristische bezienswaardigheden worden ook de niet of minder gekende gedeeltes en steegjes van de stad in de omlopen opgenomen.
Onderstaande voorstelling van Gent bij Nacht is van de website van de Florastappers en is slechts één tipje van de sluier. Wil je werkelijk genieten van het historische en pittoreske Gent, van de vele bezienswaardigheden, de gezellige cafés en de unieke kerstsfeer, vergezel ons dan zeker op zaterdag 10 december naar Gent.
Voor deze editie vertrekken we richting Rabot. Het Rabot werd gebouwd in 1491 en was een versterkte sluis op de kruising van de Lieve met de stadsgracht. De Lieve gaf op haar beurt de verbinding met het – nog niet verzande – Zwin en verder met de zee.
Na het Rabot, is het symbool van Gent aan de beurt: de Stroppendrager. De stroppendragers of ook kortweg de Stroppen, is de bijnaam van de Gentenaars. Op 3 mei 1540 vernederde keizer Karel V de notabelen van Gent, zijn geboortestad, omdat de Arteveldestad zich schuldig had gemaakt aan majesteitsschennis tijdens de Gentse revolte in 1540. Hij liet de leiders van de opstand arresteren. Daarvan liet hij 25 mensen ombrengen. Anderen liet hij bij wijze van exemplaire bestraffing, door de stad gaan met een strop om de hals. De strop is blijven leven als het symbool van fiere weerstand tegen elke vorm van tirannie en misplaatste autoriteit. Jaarlijks organiseert de Gentse Gilden van de Stroppendragers de ommegang tijdens de Gentse Feesten. Hierin wordt de gebeurtenis van 1540 herdacht aan de hand van vele figuranten die getooid in prachtige gewaden door de stad trekken.
Het wandelparkoers gaat langs standbeeld “De Stroppendrager” gemaakt door kunstenaar Chris Demangel. Pittig detail is dat “De Stroppendrager” uitdagend kijkt naar de poort van het Prinsenhof, de geboorteplaats van Keizer Karel die hem letterlijk en figuurlijk de strop om deed.
Het Prinsenhof was een gigantisch groot kasteel (13e eeuw). Het telde meer dan 300 kamers, had een lusthof, vijvers en een dierentuin. Nu rest enkel de Noordelijke toegangspoort (de “donkere poort”) van dit majestueuze kasteel. Even verderop zien we het standbeeld van Keizer Karel op onze linkerkant.
Wat verder gaan we over de ‘Brug der Keizerlijke Geneugten’. De beeldhouwwerken aan de voeten van de brug zijn van Walter De Buck en tonen een aantal anekdoten en legenden uit het leven van Keizer Karel. De Gentenaars noemen ze ‘krimbollen’ (= ijs op een horentje). De brug over de Lieve werd geplaatst naar aanleiding van het Keizer Karel-jaar 2000. De 4 keizerlijke geneugten zijn: Keizer Karel als scheepstrekker, Mooie Veerle, Janneke en Kwade Beth.
Even later passeren we de voorkant van de oude brandweerkazerne in de Academiestraat. Na meer dan 100 jaar verhuisde de brandweer in 2007 naar een kazerne aan de rand van de stad. Tot voor kort werd het gebouw gebruikt als het fietsendepot van de stad.
Na de brandweerkazerne is er tijd voor het eerste Graffiti kunstwerk op het parkoers : de slapende konijnen van ROA. ROA is het pseudoniem van een (anonieme) graffiti-artiest uit Gent. Hij maakt enorme muurschilderingen van (dode) dieren, overwegend in zwart/wit. Zijn werk is te bezichtigen op gebouwen in Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika, Afrika en Australië. Gent had meerdere werken, maar dit is vandaag de dag één van de weinige werken die in het Gentse straatbeeld nog overblijft.
We zetten koers richting Patershol. Het Patershol is één van de oudste wijken in Gent en heeft zijn gesloten stratenpatroon uit de middeleeuwen bewaard. Eind de jaren 1900 werd het Patershol met z’n oud nauw stratenpatroon geleidelijk aan, een achtergestelde buurt of getto. Tot in de jaren zeventig bleef die toestand bestaan, waarna de oude wijk dankzij zijn oude uitstraling weer opgewaardeerd werd. Vandaag de dag is de wijk vooral bekend om zijn vele gezellige en goede restaurants.
Die laten we links liggen en we lopen door naar de Vrijdagsmarkt. Het marktplein is ongeveer één hectare groot. Midden op het plein staat een standbeeld van Jacob van Artevelde die op het plein op 26 januari 1340 koning Eduard III van Engeland tot koning van Frankrijk uitriep en daarmee het gezag van de graaf van Vlaanderen en diens leenheer tartte. Vijf jaar later vermoordden wevers en volders elkaar op dit plein als voorspel voor de moord op Jacob van Artevelde, de wijze man van Gent.
Op de Vrijdagsmarkt splitsen de afstanden: de kleine afstanden gaan via de Werregarenstraat en Stadhuis richting rustpost. De Werregarenstraat is al meer dan 20 jaar gekend als ‘t Graffitistroatje en is een Graffiti gedoogzone. Ontstaan als graffitiproject in 1995 tijdens de Gentse Feesten. Er geldt maar 1 regel voor de Graffitikunstenaars : “Respecteer de werken die beter zijn dan die van jou”.
De andere afstanden gaan via het Baudelopark richting de plek waar Gent is ontstaan. Maar dit kan niet zonder onze stadsbrouwerij Gruut te passeren. Het is één van de zeldzame brouwerijen waar men gebruikmaakt van een kruidenmengsel (gruut) in plaats van de gebruikelijke hop. De brouwerij brouwt met de moderne brouwtechnologie maar volgens de oude tradities. Loop eens binnen en ontdek er een uniek Gents biertje.
Na het bier gaan we naar de geboorteplaats van Gent. In de 7de eeuw stichtte Amandus van Gent hier de Sint-Baafsabdij, in een poging de inwoners van Ganda te bekeren. Vele eeuwen later liet Keizer Karel de oorspronkelijke abdijgebouwen grotendeels afbreken om er het beruchte Spanjaardkasteel te bouwen.
Sinds enkele jaren is de vroegere abdijkerk helemaal verrezen, niet in steen, wel in het groen. Vijf meter haagbeukzuilen evoceren de verdwenen kerk. Waar vroeger het altaar stond, prijkt nu een betonnen podium, klaar om artiesten te ontvangen. We lopen door naar de plaats waar ooit het Spanjaardkasteel stond. Momenteel blijven van dit gigantisch kasteel enkel de Spaanse Gouverneurswoning, enkele ruïnes en de basis van het bastion Sint-Jacob over.
We lopen over de brug via de Gentse jachthaven “Portus Ganda” naar het zwembad Van Eyck. Van Eyck is het oudste bewaard gebleven overdekt badhuis met kuipbaden en douches van ons land. De binneninrichting is in Art-Deco stijl. In 2003 onderging het zwembad een grondige renovatie. Weldra vervoegen we opnieuw de stappers van het 6 km parkoers en komen we samen aan in de rustpost.
De Nederschelde of ook de Reep genoemd, is het gedeelte van de Schelde in de Gentse binnenstad, tussen de Ketelvaart aan de Waalse Krook. Door de aanleg van de Ringvaart rond Gent en het daaropvolgende verdwijnen van de scheepvaart uit Gent en door geurhinder werd in de jaren 1960 besloten om het gedeelte tussen het Bisdomplein en de Nieuwbrugkaai te dempen en er parkeerruimte van te maken waardoor de samenvloeiing van Leie en Schelde naar de Ringvaart werd verlegd en in de Gentse binnenstad werd verbroken.
Aan het einde van de 20e eeuw vond men het dichtgooien van dergelijke waterwegen een fout. Geurhinder was niet langer relevant, omdat de grote collectorwerken voor een sterke waterkwaliteitsverbetering gezorgd hebben. Men is daarom in 2002 begonnen met het heropenen van deze waterweg, de heraanleg van de Portus Ganda-omgeving en het herstel van de historische samenvloeiing van Schelde en Leie. Hiervoor dienden drie bruggen en een sluis gebouwd te worden.
Op 24 september werd het laatste beetje grond in de Reep tussen de Schelde en de Leie weggegraven, waarmee de samenvloeiing van beide rivieren opnieuw een feit is. Geniet van dit nieuw stukje Gent!
Na de rustpost splitsen opnieuw de wegen: de 12 km stappers gaan richting Gent-Zuid. De andere gaan richting stadscentrum. De benaming “Zuid” komt van de plaats waar ooit het eerste treinstation van Gent gevestigd was : het Zuidstation. Dit station werd in 1837 ingehuldigd tegelijk met de spoorlijn Gent-Mechelen. Het station gaf later zijn functie af aan het station Gent-Sint-Pieters en sloot in 1928 definitief. Het stationsgebouw werd in 1930-1931 afgebroken.
Langs het Zuidpark gaat de wandeling verder richting Muinkpark. Het park is 1,3 hectare groot en aangelegd in Engelse landschapsstijl. Het is het enige restant van de 19e-eeuwse Gentse dierentuin. Leeuwen, een poema, papegaaien, apen, struisvogels, een krokodil en een olifant waren echte publiekstrekkers. Tegelijk vonden ook gewone dieren zoals kippen, ganzen, eenden, schapen en konijnen een plaats in het dierenpark. Op het einde van de negentiende eeuw verminderde de belangstelling voor de dierentuin sterk. De Stad Gent kocht de gronden in 1905 aan en verkavelde ze. Het Muinkpark bleef bestaan.
Die verkaveling van 1905 kan je ook terugvinden iets verder op het parkoers in de Cité De Hemptine. Het zijn 2 beluiken met goed onderhouden en nog bewoonde rijhuizen in neotraditionele baksteenstijl, ingeplant op een dambordschema. Ze zijn opgericht als arbeiderswijk door Eugène de Hemptinne.
We lopen langs de achterzijde van “de Vooruit”. Het Feestlokaal van Vooruit werd ontworpen door Ferdinand Dierkens en werd gebouwd tussen 1911 en 1913. Het gebouw is genoemd naar de socialistische verbruikersorganisatie (of coöperatie) Vooruit (1891-1970), die door onder anderen Edward Anseele uit de grond werd gestampt om de fabrieksarbeiders te beschermen tegen de labiliteit van het grootkapitaal. In de “kunstentempel Vooruit” konden arbeiders tegen erg democratische prijzen eten, drinken en van cultuur genieten. Sinds 1982 wordt het feestlokaal gebruikt door vzw Kunstencentrum Vooruit. Zij organiseren in de 5 belangrijkste zalen van het gebouw (Balzaal, Theaterzaal, Domzaal, Concertzaal en het Café) talrijke evenementen zoals debatten, literatuuravonden, concerten, parties, podiumvoorstellingen, dans. Verschillende kunstvormen en -disciplines krijgen een plek in het gebouw.
Onmiddellijk na de Vooruit, volgt De Krook. Deze wijk is volop in vernieuwing. Naast de nieuwe stadsbibliotheek en een nieuw mediacentrum wordt nog volop gewerkt aan een nieuwe concertzaal. Deze laatste zal zich huisvesten in het Wintercircus Mahy. Het Wintercircus werd gebouwd in 1894, na een brand in 1920 werd het herbouwd in 1923. De laatste voorstelling was er in 1944 en daarna deed het dienst als garage.
Stilaan vervoegen we opnieuw de kleinere afstanden en bezoeken we het feeërieke hartje van Gent. Een “Gent bij Nacht” zonder de 3 torens van Gent bestaat niet. Het eerste exemplaar: de Sint-Baafskathedraal. De vroegere Sint-Janskerk is de thuisbasis van het gekendste kunstwerk van Gent “Het Lam Gods”. Het Lam Gods is een meesterwerk van de Vlaamse Primitieven. Het werk was aangevat door Hubert van Eyck, maar die overleed in 1426. Jan van Eyck werkte het verder af. Wellicht heeft Hubert het meeste van het werk gedaan (Jan van Eyck was in de periode voor 1430 vooral op diplomatieke missies). Het was bedoeld voor de kapel van de opdrachtgever Joos Vijd (Vijdkapel) en zijn vrouw, Elisabeth Borluut.
Even stoppen we aan de Gentse Winterfeesten om dan via de Sint-Baafssteeg te belanden in de Mageleinstraat. Vervolgens krijgen we de kans om ons op glad ijs te wagen op de schaatspiste onder de Gentse Stadshal.
We wandelen door richting de bekendste winkelstraat van Gent om vervolgens via de nog bekendere Sint-Michielsbrug de overkant van de Leie te bereiken. In de oude stadshaven was vroeger een drukte van jewelste: laden en lossen van schepen gebeurde toen aan de pakhuizen en gildehuizen. Vandaag de dag is het vooral een ontmoetingsplek voor jong en oud. Bovendien is dit de plek waar elke toerist die de Stad bezoekt zeker eens gestopt moet hebben om een foto te nemen en zelfs voor vele Gentenaars blijft dit hun favoriete plek in de Stad.
Via het jaagpad hebben we een prachtig zicht op de Oude Vismijn en het Groot Vleeshuis. Het Groot Vleeshuis dateert van de Middelleeuwen en deed dienst als Vleesmarkt. Later werd dit een plaats waar Groenten en Fruit verkocht werden en tot in de jaren 80 deed het dienst als Parking en Vishandel.
Langs Oudburg komen we aan het Manneke Pis van Gent “Nestor” genaamd. Sinds 2014 is hij vergezeld door 2 Meisjes Pis “Lena” en “Luna”. Stilaan komen we opnieuw in de buurt van het Patershol.
Via een laatste stukje groen, komen we aan in het Oud Sint-Elisabethbegijnhof. In 1242 stichtte gravin Johanna van Constantinopel dit begijnhof. Het begijnhof groeide uit tot een begijnhofstad bestaande uit: de kerk, het huis van de grootjuffer, de infirmerie, de infirmeriekapel, 18 conventen en 103 begijnenhuizen, de bleekweide en boomgaard. Op 29 september 1874 verhuisden de begijnen naar hun nieuw begijnhof te St-Amandsberg.
Na het oversteken van de Begijnhoflaan, bereiken we terug de startzaal.